Please choose a language:

Close
 
AE-11181

Frederick William Holloway (1873-1954)

Frederick William Holloway: Symphonic Organ Works

Markus Eichenlaub

Gackenbach, St.Bartholomäus

Contenu:
Frederick William Holloway (1873-1954) :
Introduction and Allegro concertante sol majeur
Cantilène mi mineur [Op. 33]
Andante cantando mi mineur [Op. 40]
Courante en forme de canon la mineur [Op. 58]
Concert Toccata ré mineur [Op. 33]
Duo fa majeur [Op. 58]
Allegretto leggiero fa majeur [Op. 57]
Andante sinfonico ré bémol majeur [Op. 48]
Allegretto grazioso fa majeur [Op. 49]
Andante and Finale fugato sol mineur [Op. 17]
Symphony - Introduction and Allegro agitato ut mineur [Op. 47]
Symphony - Andante - Fugato ut mineur [Op. 47]
Symphony - Scherzo - Molto vivace mi bémol majeur [Op. 47]
Symphony - Finale - Moderato maestoso - Allegro vivace ut mineur [Op. 47]
More details...

Markus Eichenlaub, Orgue
Durée totale: 1:19 (h:m)
Booklet: 20p., Anglais Allemand
Numéro de catalogue AE 11181
EAN 4026798111816
Catégorie de produit: SACD
Date de sortie: 06/11/2019
  • play_circle_outline Introduction and Allegro concertante
  • play_circle_outline Cantilène
  • play_circle_outline Andante cantando
  • play_circle_outline Concert Toccata
  • play_circle_outline Andante sinfonico
  • play_circle_outline Symphonie Introduction and Allegro agitato
  • play_circle_outline Symphonie Molto vivace

En première mondiale Markus Eichenlaub enregistre - sur un orgue anglais d'époque - des œuvres pour orgue du compositeur anglais Frederick William Holloway et arrache enfin la musique de l'ancien organiste du Crystal Palace à l'oubli !

C'est le mérite de l'organiste Markus Eichenlaub de dédier un album entier à ce compositeur (presque complètement) oublié.
Stylistiquement, les œuvres de Holloway ont du mal à nier leur origine britannique. Mais ce que l'oreille exercée remarquera, ce sont de nombreuses réminiscences de grands collègues français. On peut entendre du Franck, du Widor et surtout du Alexandre Guilmant, et dans les grandes œuvres symphoniques, on entend même des échos de Bruckner.
Rien d’étonnant: dans l’ancien lieu de travail de Holloway, le Crystal Palace, incendié en 1936, de nombreux contemporains célèbres étaient des invités.
L’orgue utilisé pour le présent enregistrement vient également d’Angleterre, mais a trouvé aujourd'hui sa destination en Allemagne. L'instrument de H.J. Nelson (1904) se trouve aujourd'hui à Gackenbach, dans le Westerwald, et a été aggrandi selon les plans de Ralf Cieslik ces dernières années, avec de la tuyauterie presque exclusivement historique. L'instrument est extrêmement polyvalent et d'une puissance étonnante. En 2009, l'orgue a reçu un tuba à haute pression de style anglais selon sur un modèle original. Musique, artiste et instrument forment une unité très réussie!

€ 18,99 (including tax)
Super Audio CD Information info

Super Audio CD (SACD) Information

This 'Hybrid' Super Audio CD plays on all CD players and SACD players.

CD Audio: Stereo

SACD: Stereo High Resolution + Multichannel Surround High Resolution

SACD - qu'est-ce que cela signifie?

All AEOLUS SACDs...

Close

Reviews on “Holloway: Frederick William Holloway: Symphonic Organ Works”

 

Musicweb International Stephen Greenbank, January 2020 :

“Eichenlaub's imaginative registration choices showcase this wonderful instrument to perfection.”
More details...

Please read Stephen Greenbanks complete review here!

 

Res Musica Frédéric Muñoz, March 6, 2020 :

“Cette découverte reste passionnante, et la conjonction de la musique, de l’interprète, de l’orgue et de la prise de son est exemplaire.”
More details...

Please read the complete review by Frédéric Muñoz here.

 

orgelnieuws.nl Arjen van Kralingen, March 12, 2020 :

“...het bijzonder onderhoudende werk van Holloway in een prachtige uitvoering. Een oorstrelende melange van continentale en Britse orgelmuziekjes in de rauwe tijden van de Brexit.”
More details...

Please read the complete CD review by Arjen van Kralingen here.

 

De Orgelvriend Gerco Schaap, June 2020 :

“Markus Eichenlaub weet er echter wel raad mee. Hij houdt een overtuigend pleidooi voor Holloways muziek en registreert een en ander zeer smaakvol en doeltreffend op het fraaie, orkestraal klinkende orgel.”
More details...

Uw recensent is redelijk goed thuis in het Engels-romantische orgelrepertoire maar van Frederick William Holloway (1873-1954) had ik nog nooit gehoord tot op het moment dat Christoph Martin Frommen van het Duitse kwaliteitslabel Aeolus een oproep plaatste voor een afbeelding van deze componist. Daar kon ik hem gelukkig aan helpen, hij staat in de antiquarische uitgave The Complete Organ Recitalist van Herbert Westerby, een boek uit 1927 dat een schat aan gegevens bevat over de Engelse orgelbouw en concertcultuur. Niet lang daarna plofte Frommens nieuwste productie op de mat: een cd waarop de Duitse organist Markus Eichenlaub een representatieve keuze uit Holloway’s orgeloeuvre speelt op het orgel van de Kirche St. Bartholomäus in Gackenbach (bij Koblenz). De basis van dit instrument is een orgel uit 1904 van H.J. Nelson & Co. dat tot 2009 in Crook (bij Durham) stond en in dat jaar werd aangekocht door de organist van Gackenbach. Die liet het instrument door Orgelbau Krawinkel (Trendelburg) restaureren en uitbreiden met Engels pijpwerk uit de bouwtijd tot een driemanuaals orgel met 44 registers. Biografische gegevens over Frederick William Holloway zijn schaars, waarschijnlijk omdat zijn muzikale en privéleven vrij rimpelloos verliep. Hij werd op 18 september 1873 geboren, zes maanden na Max Reger. Op negentienjarige leeftijd behaalde hij zijn RFCO-diploma aan het Royal College of Organists in Londen. Een jaar later werd hij benoemd tot assistent-organist aan het Sydenham Crystal Palace in Londen. Het oorspronkelijke Crystal Palace werd gebouwd voor de wereldtentoonstelling van 1851 in het Londense Hyde Park. Het was gebouwd in victoriaanse stijl en bestond uit hout, gietijzer en glassegmenten en had een totaaloppervlak van 92.000 m². Na de wereldtentoonstelling werd het gehele gebouw verplaatst naar Sydenham Hill. De firma Gray & Davison bouwde in 1857 een nieuw orgel voor de concertzaal van het paleis dat in later jaren werd uitgebreid, laatstelijk in 1920 door J.W. Walker & Sons. In 1871 gaf de Oostenrijkse componist Anton Bruckner een aantal orgelconcerten in Crystal Palace dat dermate succesvol was dat hij aansluitend op de schouders werd genomen en door de zaal gedragen werd! Vanaf de jaren ’20 was Holloway Resident Organist van het Crystal Palace, vanaf 1932 ook dirigent van de Choral and Orchestral Society. Hij bleef dat tot november 1936, toen paleis en orgel – en waarschijnlijk ook een deel van zijn muziekcollectie – in vlammen opging. Van 1892 tot 1909 was hij organist van St. Paul’s, Herne Hill, en daarna tot 1950 organist van de All Saints Church in Dulwich. Holloway overleed op 20 januari 1954, het jaar waarin de
firma Harrison & Harrison het voor Engeland revolutionaire orgel in de Royal Festival Hall voltooide. Hoewel Holloway door zijn functie op één lijn stond met organisten als William Thomas Best, Alfred Hollins en Edwin Lemare, raakte zijn orgeloeuvre in de vergetelheid. Je zoekt zijn naam tevergeefs in Engelse concertprogramma’s en op cd’s; alleen Thomas Trotter nam het Scherzo uit zijn
Organ Symphony in C minor op, en Markus Eichenlaub nam de gehele sonate al een keer eerder op. Holloway componeerde zijn muziek voornamelijk voor eigen en concertant gebruik; koraalgebonden repertoire zit er niet bij. Het idioom van zijn muziek is te vergelijken met dat van Edward Elgar, Alfred Hollins en William Wolstenholme. Maar je hoort ook Franse invloeden die bekendheid met de orgels van Cavaillé-Coll verraadt, zoals in de beide deeltjes uit de Suite ancienne Op. 58, de Cantilène in e Op. 33 en het Allegro leggiero uit de Suite arabesque Op. 57. Holloway laat zich kennen als een vakkundig componist die goed thuis is in de muzikale vormenleer; hij schrijft even makkelijk fuga’s als ‘verhalende’ stukken – en weet die vormen ook nog te combineren in het tweede deel van zijn Symphony in C major. Het Scherzo uit die symfonie is trouwens een juweeltje. De hoekdelen maken het geheel echt tot een samenhangende compositie. Je vraagt je af waarom dit repertoire zo lang ‘onder een steen heeft gelegen’. Is het niet ‘Engels’ genoeg voor de Britten? Markus Eichenlaub weet er echter wel raad mee; hij houdt een overtuigend pleidooi voor Holloways muziek en registreert een en ander zeer smaakvol en doeltreffend op het fraaie, orkestraal klinkende orgel. De akoestiek helpt een handje mee en de opname is zoals gewoonlijk bij Aeolus van
hoge kwaliteit. Ook de presentatie, met verschillende paginavullende historische foto’s van het Crystal Palace, documentatie over het bespeelde orgel en interessante achtergrondinformatie,
is zeer bevredigend. Een aanrader voor hen die op zoek zijn naar ‘nieuw’ orgelrepertoire!
Gerco Schaap

De Orgelvriend

 

Orgel Information Rainer Goede, Februar 2021 :

“So exzeptionell die Orgel ist, so passend ist die Musik Holloways dazu, die hier wahrscheinlich zum ersten Mal seit Holloways Tod wieder zu hören ist.”
More details...

Untrennbar ist der Lebenslauf von Frederick William Holloway (1873 – 1954) mit seiner Wirkungsstätte, dem Londoner Crystal Palace verbunden. Die ausschließlich aus Stahl und Glas erbaute 600 Meter lange Halle entstand 1851 für die Great Exhibition of the Works of Industry of All Nations, die erste Weltausstellung in London und wurde danach in Sydenham im Londoner Stadtbezirk Lewisham noch einmal vergrößert wieder aufgestellt. 1857 erhielt die Halle eine Orgel („Monster-Orgel“) von Gray & Davison and Walker (IV/67, vergrößert 1871 und 1920). Die Halle fasste mehrere 10.000 Zuhörer, so konnten klassische Werke auch nicht  betuchten Zeitgenossen nahe gebracht werden. Am 30.11.1936 brannte die Halle ab.
Frederick William Holloway war schon mit 20 Jahren Assistent an dieser Orgel, 1932 wurde er der Leiter der Crystal Palace Choral and Orchestral Society. Von 1909 bis 1950 versah er den Organistendienst in All Saints, Dulwich. Von seinen Orgelwerken, die er in den ersten beiden Dekaden des 20. Jahrhunderts in viktorianischer Tradition schrieb, ist etliches 1936 verbrannt, erhalten sind aber doch einige repräsentative Kompositionen wie zwei Symphonien in e-Moll (Opus 40) und c-Moll (Opus 47), die Cantilena, die Concert Toccata Opus 33 und die Suite Arabesque Opus 57 und viele Miniaturen.
Die Orgel des Crystal Palace und Holloways Kompositionen atmen den Geist französischer romantischer Orgelsymphonik viktorianisch adaptiert, die unter den Händen des Speyerer Domorganisten Markus Eichenlaub vergnüglich aufblüht. Die Chororgel von Henry John Nelson & Co. (1904, II/21) in St. Bartholomäus in Gackenbach schloss die Orgelbaufirma Krawinkel  aus Trendelburg-Deisel 2009 mit der Hauptorgel (Göckel, 1999, II/22) zu einem symphonischen Instrument zusammen, deren mächtige Zungen, darunter eine Tuba im Auxiliare, sich für Holloways Musik regelrecht anbieten. So exzeptionell die Orgel ist, so passend ist die Musik Holloways dazu, die hier wahrscheinlich zum ersten Mal seit Holloways Tod wieder zu hören ist.

Link zu Orgel-Informationen mit Rezensionstext.

Close

Musicweb International :

Eichenlaub's imaginative registration choices showcase this wonderful instrument to perfection.

Res Musica :

Cette découverte reste passionnante, et la conjonction de la musique, de l’interprète, de l’orgue et de la prise de son est exemplaire.

orgelnieuws.nl :

...het bijzonder onderhoudende werk van Holloway in een prachtige uitvoering. Een oorstrelende melange van continentale en Britse orgelmuziekjes in de rauwe tijden van de Brexit.

De Orgelvriend :

Markus Eichenlaub weet er echter wel raad mee. Hij houdt een overtuigend pleidooi voor Holloways muziek en registreert een en ander zeer smaakvol en doeltreffend op het fraaie, orkestraal klinkende orgel.

Orgel Information :

So exzeptionell die Orgel ist, so passend ist die Musik Holloways dazu, die hier wahrscheinlich zum ersten Mal seit Holloways Tod wieder zu hören ist.
info2